Weltmeister

Het WK voetbal ligt gelukkig alweer een poosje achter ons. De sport zelf interesseert me geen bal. Wel vind ik het interessant om te observeren dat er sterke nationale gevoelens zichtbaar worden bij de inwoners van landen die aan het WK deelnemen. Nooit wapperen er zo veel Duitse vlaggen aan huizen en auto’s als tijdens het WK. In Nederlandse winkels moet je zoeken naar producten die niét oranje zijn. En België had tijdens het WK ineens veel meer inwoners die zich ‘Belg’ leken te voelen.

Zelf neem ik bij zulke grootschalige evenementen juist een totale afwezigheid van nationale gevoelens waar. Even opfrissen: ik heb een Nederlands paspoort en mijn familie woont in Nederland, behalve mijn ouders, die mij enkele decennia geleden in België op de wereld hebben gezet, waar ik heb gewoond tot ik me eind 2006 in Duitsland vestigde. Mijn biografie roept in het bijzonder tijdens het WK vragen op bij vrienden en kennissen. Meteen bij het begin vroeg een Duitse kennis me van wie ik nu eigenlijk supporter ben: het Nederlands elftal of de Belgische Rode Duivels? Die vraag kreeg ik in de loop van het WK nog minstens één keer per week. Een Duitse vriendin koos in mijn plaats en kwam naar eigen zeggen ‘uit solidariteit’ op bezoek met een oranje hoedje op.

Voor wie het ontgaan is: Duitsland is wereldkampioen voetbal geworden. Ik kreeg meteen een e-mail van mijn Nederlandse tante om mij te feliciteren met deze overwinning. Nederlandse familieleden gaan er dus vanuit dat ik na acht jaar zodanig ingeburgerd ben in Duitsland dat ik me met de Mannschaft vereenzelvig.

Ik vind het storend dat mijn omgeving me tijdens internationale evenementen zoals het WK een keuze opdringt voor een land waarmee ik me dien te identificeren. Het erge is: ik betrapte mezelf erop dat ik anderen voor dezelfde keuze stelde. Zo vroeg ik aan een kennis voor welk land haar dochters supporteren, wetende dat hun moeder Française en hun vader Kroaat is maar de meisjes in Berlijn zijn geboren.

Wat doet het ertoe? Waarom moeten we één land kiezen? Als jongere voelde ik het als een soort gebrek dat ik nergens écht bijhoorde: ik was geen echte Belg, noch een echte Nederlander. Intussen besef ik dat mijn identiteit juist bepaald wordt door het feit dat ik verbonden ben met België, Nederland én Duitsland. En ook een beetje met Zweden, waar ik een half jaar heb gestudeerd. Zuiver nationale gevoelens zijn mij dus geheel vreemd.

Identiteit is flexibel en groeit met je levenservaring mee. Duitsland werd al eens wereldkampioen toen ik negen jaar was. Het zou toen bij geen enkele tante zijn opgekomen om mij daarmee te feliciteren. We hadden bovendien nog geen e-mail.

Janneke Diepeveen (Berlijn)