Van 8 t/m 10 juli nam IVN-directeur Anne Sluijs deel aan het 11e congres van de Suider-Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek (SAVN). Het congres, met als thema ‘Uithoeken van de neerlandistiek’, vond voor het eerst in de geschiedenis plaats in Namibië.
Door Anne Sluijs
Van alle reizen die ik tot nu toe naar het buitenland mocht maken voor de neerlandistiek, werd op deze reis naar Windhoek, Namibië wel met de meeste verbazing gereageerd. Kun je daar óók Nederlands studeren? Ja, óók daar. Aan de Universiteit van Namibië (UNAM) volgen studenten binnen de Vakgroep Afrikaans een aantal verplichte vakken Nederlands, vooral op het gebied van taalverwerving en letterkunde.
Om de banden aan te halen met de neerlandistiek in Namibië besloot de SAVN al in 2020 om haar driejaarlijkse congres in Windhoek te organiseren, maar vanwege de coronapandemie kon dat toen niet doorgaan. In 2022 combineerde de SAVN haar congres met het Colloquium Neerlandicum van de IVN in Nijmegen. Dit jaar lukte het dan alsnog om een congres in Namibië te houden. Ca. 50 deelnemers kwamen naar Windhoek om naar de keynotes en lezingen te luisteren en elkaar te ontmoeten. Het congres werd mogelijk gemaakt met financiële steun van de Taalunie.
Nederlands in Namibië
De opening vond plaats op de campus van de UNAM, waar we werden ontvangen met glühwein. Voor de context: Namibië was van 1884 tot 1919 een kolonie van het Duitse Rijk. Die Duitse invloed is onder andere terug te zien in de keuken en in de oude gebouwen in de steden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de Duitse overheersers verslagen door het Zuid-Afrikaanse leger, waarna Namibië Zuid-Afrikaans mandaatgebied werd. In 1990 werd het land onafhankelijk.
De officiële taal is nu het Engels. Afrikaans wordt door de meeste inwoners gesproken. Daarnaast zijn nog vele andere talen in gebruik. De taalsituatie is aan het veranderen; waar vorige generaties nog onderwijs kregen in het Afrikaans is dat nu niet meer altijd het geval, wat ook invloed heeft op de academische studierichting Nederlands. Bij goede beheersing van het Afrikaans is de stap naar het begrijpen van Nederlandse teksten relatief klein, maar voor veel studenten is het Afrikaans geen eerste en soms ook geen tweede taal.
Dat biedt uitdagingen voor het curriculum, en voor de studenten die ik sprak tijdens de opening. Ze vertelden dat ze de vakken Nederlands leuk vinden, maar wel moeilijk. Hun docent is Annika van der Linde, die de inmiddels gepensioneerde Chrisna Beuke-Muir een paar jaar geleden opvolgde, en die de SAVN vanuit Windhoek hielp met de organisatie van het congres. Ook aanwezig bij de opening waren enkele collega’s van de Vakgroep Afrikaans en van de lerarenopleiding, en ook het departementshoofd kwam langs om haar steun te laten blijken. Als historica vindt ze het belangrijk dat een ‘kleine’ taal als het Nederlands aangeboden wordt aan de UNAM, vanwege het behoud van diversiteit aan talen en het inzicht in de geschiedenis die de taal biedt.
Uithoeken belicht
De daaropvolgende drie dagen brengen we voornamelijk door in het congrescentrum van het hotel, waar we lezingen volgen rond het thema ‘Uithoeken van de Neerlandistiek: De impact van de Lage Landen in/op niet-Lage-Landse-ruimtes’. De organisatie had indieners aangemoedigd om ‘de erfenis van de Lage Landen in perifere en niet-canonieke contexten te belichten, zowel op het gebied van taal, literatuur als maatschappij’. Dit jaar waren er zo veel aanmeldingen dat er voor het eerst parallelle sessies op het programma stonden.
De deelnemers kwamen hoofdzakelijk van een groot aantal universiteiten uit Zuid-Afrika, waaronder de Noordwes-Universiteit, Universiteit van Pretoria, Universiteit van Kaapstad, Unisa, Universiteit van die Wes-Kaapland en Universiteit Stellenbosch. Daarnaast waren er docenten en onderzoekers uit Namibië, Nederland, Vlaanderen en Polen.
Als keynote speakers waren Ernst Kotzé (Nelson Mandela Universiteit), Reinhild Vandekerckhove (Universiteit Antwerpen), Margriet van der Waal (Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit van Amsterdam) uitgenodigd, en eigenlijk ook Toni Bandov (Universiteit van Zagreb) die er op het laatste moment niet bij kon zijn door ziekte. Hun keynotes boden de kans om wat langer stil te staan bij drie boeiende onderwerpen, respectievelijk: de invloed van taalgebruikers uit voormalig Nederlands-Indië op de wording van het Afrikaans in de Kaap, taalvariatie in het online Nederlands van jonge Vlamingen, en hoe Nederland naar Zuid-Afrika kijkt in het licht van recente ontwikkelingen rond bewustwording en polarisatie met betrekking tot het koloniale verleden.
Ook de reguliere lezingen op het gebied van letterkunde en taalkunde waren inspirerend en gevarieerd. Het hele programma is hier terug te vinden. Mooie projecten werden nader voorgesteld, zoals de studiegroep Samespraak voor vergelijkend onderzoek naar Afrikaanse en Nederlandse literatuur en het poëzieproject van de Cape Peninsula University of Technology in Kaapstad en de HAN University of Applied Sciences in Nijmegen, waarbij Nederlandse en Zuid-Afrikaanse studenten samen poëzie in het Nederlands en Afrikaans analyseren en daar lesideeën bij ontwikkelen. Voorbeelden van geslaagde internationale uitwisseling, die nog meer bekendheid zouden mogen krijgen.
Algemene Ledenvergadering
Onderdeel van het congres was de Algemene Ledenvergadering van de SAVN. Tijdens deze vergadering kreeg ik de gelegenheid te vertellen over de missie van de IVN, onze activiteiten en actuele ontwikkelingen. Ook aan het woord kwamen Karlijn Waterman, beleidsadviseur bij de Taalunie, Berto Bosscha, de onderwijs- en wetenschapsattaché van Nederland in Zuid-Afrika en Nicolas Vandeviver, gedeputeerd vertegenwoordiger van Vlaanderen in Zuidelijk Afrika. Er is duidelijk veel belangstelling vanuit Nederland en Vlaanderen voor de unieke Zuidelijk Afrikaanse neerlandistiek. De afgelopen jaren werkten de SAVN, IVN, Taalunie en de diplomatieke vertegenwoordigingen al succesvol samen bij de uitvoering van een wisselleerstoelprogramma.
Uit de ledenvergadering bleek dat de SAVN een actieve ledenvereniging is. Zonder deze vereniging zouden de geografisch zeer verspreide leden niet zomaar met elkaar in contact komen. Er worden mooie activiteiten georganiseerd zoals de Winterschool en de driejaarlijkse Alfred Schaffer-erelezing. Het Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans (TNA) heeft een impuls gekregen door nieuwe redacteuren die zich onder andere bezighouden met digitalisering van oude nummers en het verhogen van de ranking. Aandachtspunt in de Zuid-Afrikaanse neerlandistiek blijft de behoefte aan eerstetaalsprekers van het Nederlands om voor langere tijd in te zetten in het onderwijs, omdat studenten nu doorgaans nauwelijks in aanraking komen met gesproken Nederlands.
Tijdens de ALV trad een deel van het bestuur onder veel dankzeggingen af en werden nieuwe bestuursleden benoemd. Adri Breed, tevens IVN-bestuurslid, werd als voorzitter opgevolgd door Alwyn Roux. Ze ontvingen beide van mij het boek van Jaap Grave over de geschiedenis van de IVN uit de reeks Lage Landen Studies. Tijdens het congresdiner die avond werden tevens aftredend bestuurslid Nerina Bosman en Wannie Carstens vanwege hun verdiensten voor het vakgebied benoemd tot ereleden van de SAVN.
V.l.n.r.: Berto Bosscha, Nicolas Vandeviver, Alwyn Roux, Annika van der Linde, Adri Breed, Gonneke Groenen, Sonja Loots, Anne Sluijs, Nerina Bosman.
Warm bad
Het is haast niet uit te drukken hoe waardevol het is om deel te mogen zijn van zo’n congres. Om Zuid-Afrikaanse neerlandici te ontmoeten die je eerder alleen via videoverbinding zag, en nieuwe docenten en onderzoekers te leren kennen die je anders niet zou tegenkomen en wiens verhalen je anders niet zou horen. Ik nam pagina’s vol aantekeningen mee naar huis: wie ik met elkaar in contact zou moeten brengen, welke projecten wellicht navolging zouden kunnen krijgen in andere landen, wie meer informatie moest ontvangen over subsidie- of uitwisselingsmogelijkheden, enzovoort. Een blijvende investering in onze wereldwijde neerlandistiekgemeenschap, die ook hier echt weer als een warm bad was.
In een taxi sprak ik met een Zuid-Afrikaanse vrouw die in Namibië was voor haar werk. Ik wees naar de bergen buiten en zei: ‘Die hebben wij niet in Nederland.’ Ze keek verbaasd, echt niet? ‘Nee, vandaar dat we de lage landen worden genoemd. En zo veel fietsen.’ Er ging geen lampje branden. Zo zie je maar: wat een uithoek is, is maar net vanaf waar je kijkt.