Deze maand publiceert het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) het vernieuwde hoofdstuk Het tussenwerpsel van de online Algemene Nederlandse Spraakkunst (e-ANS), hét naslagwerk over de Nederlandse grammatica.
Tussenwerpsels, zoals ja, o, hm, hallo en sorry, vormen een bijzondere woordsoort, omdat ze zelfstandig al een hele uiting vormen. Ze drukken vaak een emotie uit, of vervullen een regulerende rol in een gesprek. Bekijk hier het vernieuwde hoofdstuk over het tussenwerpsel.
Ze zijn echt onderdeel van de taal, zoals Paulien Cornelisse zich onlangs ook realiseerde. De schrijfster en cabaretière doet een project aan de Universiteit van Sheffield, en ziet bij haar studenten Nederlands dat hèhè niet zomaar een zucht is, maar een woord dat je moet leren. En dat de studenten zo ‘ontstellend Nederlands’ klinken, als ze hèhè gebruiken.
Tussenwerpsels komen in gesprekken heel veel voor. In spontane face-to-face-conversaties is bijna 1 op de 10 woorden een tussenwerpsel, en in telefoongesprekken zelfs 1 op de 8.
Gemoderniseerd en uitgebreid
Het vernieuwde hoofdstuk in de e-ANS bevat nu een lijst van veelgebruikte tussenwerpsels in het Corpus Gesproken Nederlands. Daarin is onder meer te zien dat er typisch Nederlands-Nederlandse tussenwerpsels zijn, zoals joh, doei en gadverdamme, en typisch Belgisch-Nederlandse, zoals allee, awel en neen. Bovendien is het hoofdstuk in overeenstemming gebracht met de recente taalkundige literatuur.
De herziening van dit hoofdstuk is onderdeel van de algemene herziening van de e-ANS, de meest uitgebreide Nederlandstalige beschrijving van de grammatica van het Nederlands. Eerder verschenen onder andere al de herziene hoofdstukken over de klankleer van het Nederlands, woordvorming en over voorzetsels. De herziening wordt mogelijk gemaakt door financiering van de Taalunie.
Naast de herziening van het hoofdstuk over het tussenwerpsel zijn ook de pagina’s voor het onderwijs uitgebreid. Hier zijn van elk herzien hoofdstuk samenvattingen, begrippenlijsten en lesideeën te vinden.
Ga naar de e-ANS
Meer weten?
Neem contact op met Maaike Beliën of Frank Landsbergen van het INT.
Of bekijk deze bijlage.
De ANS in ’t kort
De ANS (Algemene Nederlandse Spraakkunst) is het standaard naslagwerk waarin de grammaticale regels van het Nederlands worden beschreven. Het werk richt zich op de professionele gebruikers van het Nederlands. Hoewel de ANS in de eerste plaats beschrijvend is en niet voorschrijvend, is het een belangrijke gids voor een correct en doelmatig gebruik van onze taal.
De eerste editie van de Algemene Nederlandse Spraakkunst verscheen op 13 november 1984. In 1998 ging een project ‘Elektronisering van de ANS’ van start. Dit leidde uiteindelijk tot een nieuwe online editie van de Algemene Nederlandse Spraakkunst, beter bekend onder de afkorting e-ANS.
Bij de lancering van (e-) ANS3 op 20 april 2021 werd een nieuwe online digitale omgeving gepresenteerd waarin de integrale grammaticale beschrijving is ondergebracht.