'Ken jij straattaal?' vraagt een van de dames als ze aan de eettafel gaat zitten voor een woensdagavondNederlandsetaalavond.
'Straattaal? Nee. Jouw zoon wel?' vraag ik.
Ze heeft een zoon in puberleeftijd.
'Ja', zegt ze, 'Jouw zoon is daar nog te jong voor?'
Ik vertel dat ik mijn zoon (8) vandaag heb uitgelegd dat 'fok' toch écht geen net woord is en niet alleen zoals hij beweert 'een deel van een zeilschip'. De slimmerik!
Ze moet lachen.
Als de andere taaldames gearriveerd zijn, gaan we op het onderwerp door.
'Waarom ken jij geen straattaal?' vraagt een van hen.
'Omdat ik te weinig met jongeren omga, misschien?'
'En toen je zelf jong was?'
'Wij spraken op school en onder elkaar geen straattaal' zei ik.
Een van de dames uit Zweden vertelt dat straattaal in Zweden een combinatie is van talen die door de grootste groepen 'minorities' worden gesproken in combinatie met Engels.
'Ja, volgens mij is dat in Nederland ook zo,' zeg ik.
En 'Murks' vraagt een van de dames, 'wat is dat?'
'Dat zoeken we op,' zeg ik.
Ik zoek het op op internet en laat het hen voorlezen.
Geen straattaal, dus, maar meer het nadoen een Turks of Marrokaans accent, concluderen we.
'Waar vinden we wél straattaal?' vraagt een van de dames.
We doen nog een internetzoekactie en komen uit op: www.straatwoordenboek.nl
De dames klikken er wat rond.
'wazzzzzzzup' zeggen ze lachend tegen elkaar. En iemand is verbaasd over het woord: 'tamara' wat 'morgen' betekent. 'Mijn zus heet zo!'
Als je toch bezig bent Nederlands te leren, is het wel zo leuk om af en toe een exotisch uitstapje maken.
Leergierigheid kent geen grenzen.
Ingrid Magilsen (Eindhoven)