Ieder jaar houdt de Universiteit van Stockholm in maart Open Huis. Op die dag zijn alle opleidingen vertegenwoordigd, en kunnen toekomstige studenten en hun ouders zich informeren over studeren in Stockholm en de ondersteuning die wordt geboden door de universiteit. Sinds een aantal jaar heb ik de eer om op die dag de studie Nederlands te vertegenwoordigen, iets wat ik met veel plezier doe en waarmee ik hoop een aantal over de streep te trekken om Nederlands te gaan studeren. De meesten echter die komen praten en informatie willen hebben, hebben op een of andere manier een connectie met het Nederlands. Ofwel hebben ze een Nederlandstalige ouder of grootouder, dan wel hebben ze een Vlaamse of Nederlandse partner. Dit jaar kwam er iemand informatie vragen die vertelde dat hij Nederlands wil gaan leren omdat hij zo onder de indruk is van onze koningin Máxima.
In februari al worden studenten samen met hun docenten uitgenodigd speciaal voor een ‘Talendag’. Op die dag werken alle talenstudies samen, en krijgen de gelegenheid zich te presenteren aan leerlingen die vlak voor hun eindexamen staan. Dit jaar was ik voor het eerst ook gastvrouw tijdens de Talendag. Samen met een aantal andere studenten deelden we tassen uit met informatie, wezen studenten de weg naar de verschillende lokalen, hielpen hun een keuze uit het programma te maken, en deelden we lunch uit.
Tijdens de presentaties hadden we het soms even rustig, en konden we bij de deur meeluisteren. Zo heb ik een les in gebarentaal meegemaakt, heb ik geleerd dat zangeres Ke$ha en tekenfilmfiguur Bart Simpson de taal niet beïnvloeden, maar dat zij (en anderen) juist imiteren hoe er gesproken wordt. In het geval van Ke$ha praat en zingt ze zoals machtige, hoog ontwikkelde vrouwen spreken met een zogeheten ‘creaky voice’.
Maar het meest interessant vond ik de presentatie van een onderzoek over het aanleren van een tweede vreemde taal, en of de ‘fouten’ die gemaakt worden, veroorzaakt worden door de eerste taal (in de meeste gevallen moedertaal), of de eerste vreemde taal.
Om dit te onderzoeken, werd een aantal testpersonen dat Zweeds als eerste taal heeft, een Romaanse taal als tweede taal en dat geen Germaanse taal kent, een korte les in Nederlands gegeven. Na een introductie van ongeveer 15 minuten, werd de testpersonen gevraagd met elkaar te praten over een aantal eenvoudige plaatjes.
Ik herinner me niet meer wat de voorlopige conclusie is, maar ik vond het erg interessant dat er gekozen was voor het Nederlands. Daarnaast was ik erg blij dat het Nederlands op die manier onder de aandacht werd gebracht bij een groot aantal studenten. Misschien dat een aantal hierdoor geïnspireerd is en er voor kiest Nederlands te gaan studeren.
Monique Zwanenburg Widingsjö (Sollentuna)