Nederlands wereldtaal

Geachte leden,

Vandaag zijn er in de NRC en de NRC Next en de Standaard artikelen verschenen over het rapport van de Adviesgroep Financiële Openheid (AFO) dat begin april aan het Comité van Ministers is aangeboden. Dit rapport van de AFO is niet openbaar.

Als initiatiefnemer van de AFO speelt de IVN een prominente rol in de berichtgeving. Ook het Witboek dat de IVN heeft samengesteld naar aanleiding van de afgekondigde bezuinigingen in april 2015 wordt uitgebreid genoemd. De ontsteltenis en de boosheid die onder andere spraken uit uw bijdragen aan het Witboek, heeft het bestuur van de IVN na de zomer van 2015 geprobeerd te vertalen in overleg en samenwerking met de Taalunie.

Het rapport van de AFO was bedoeld om de relatie met de Taalunie te herstellen; we wilden uit de vertrouwenscrisis komen. In dat licht vindt de IVN de berichtgeving over de inhoud van het rapport verontrustend. Het oordeel van de AFO over het functioneren van de Taalunie is, afgaande op de berichtgeving, zeer kritisch. De Taalunie is ‘in zichzelf gekeerd’, ‘eet zichzelf op’ en heeft ‘haar zaakjes niet op orde’. Dat is schadelijk voor de internationale neerlandistiek.

De internationale neerlandistiek heeft de steun vanuit het taalgebied hard nodig. Het promoten, doceren en het onderzoeken van de Nederlandse taal buiten de landsgrenzen is nooit een vanzelfsprekendheid. Docenten Nederlands in het buitenland moeten altijd opboksen tegen andere, vaak grotere talen die meestal op een betere investering en ondersteuning vanuit hun culturele thuisbasis kunnen rekenen.

U weet als docenten en onderzoekers met een bescheiden ondersteuning veel te bereiken. Met grote persoonlijke inzet en betrokkenheid geeft u vorm aan de 200 universitaire posten Nederlands die de taal en cultuur van de Lage Landen op de wereldkaart zetten: van Zuid-Afrika tot China, van Londen tot Boedapest. U leidt de studenten op die de internationale experts en ambassadeurs voor de Nederlandse en Vlaamse cultuur en economie van de toekomst worden.

Om die taak goed te kunnen blijven uitvoeren, is een goed functionerende Taalunie onmisbaar. De IVN doet daarom een dringend beroep op de Nederlandse en Vlaamse regering om in het rapport van de AFO een aanleiding te zien om een slagvaardige Taalunie neer te zetten en zo de Nederlandse taal en cultuur wereldwijd veilig te stellen.

‘Nederlands wereldtaal’ was de slogan die de nieuwe koers van de Taalunie inluidde. De Taalunie heeft om die te verwezenlijken geen andere handen dan die van de internationale docenten en onderzoekers die wereldwijd gestalte geven aan het Nederlands. Zij hebben recht op een goed functionerende Taalunie. Daar is niet heel veel meer geld voor nodig. Het gaat erom dat de Taalunie luistert naar de docenten wereldwijd, en beleid ontwikkelt en laat uitvoeren dat hun activiteiten ondersteunt, zowel op het gebied van onderwijs, onderzoek als de culturele missie.

Daarnaast roepen we zowel de Eerste en Tweede Kamer als het Vlaamse parlement op het grote belang in te zien van de internationale neerlandistiek. De berichtgeving in de media bevestigt wat de IVN ook ondervindt: dat de parlementariërs, met name aan Nederlandse zijde, hun controlerende opdracht niet voldoende serieus hebben genomen. Zo heeft de Taalunie niet de bijsturing gehad die iedere organisatie nodig heeft en kreeg het de mogelijkheid om ‘te veel z’n gang’ te gaan.

Het lijkt ons belangrijk dat het rapport van de AFO zo snel mogelijk openbaar wordt. De politiek is nu aan zet. Het bestuur van de IVN heeft op 7 juni overleg met minister Gatz, voorzitter van het Comité van Ministers.

Bestuur IVN