"MIR", de wereld in kaart

Het gedicht ‘Sagrada Familia’ staat in de Nederlands-Russische poëziebloemlezing uit mijn gedichten MIR. De titel betekent in het Russisch vrede, wereld, gemeenschap en ook verwijst MIR naar een ruimtestation. De bundel over mensenrechten droeg ik in 2002 met zijn toestemming op aan de vredesambassadeur Mstislav Rostropovitsj die ik persoonlijk heb gekend en voorin bij het gedicht ‘De Muur’ staat de krantenfoto van mijn keukenprikbord met de Maestro cellospelend bij de val van de Muur in 1989. Na de val van de muur vond de vertaalster in mijn gedichten een hedendaagse Russische ziel, daarom vroeg zij of ze ze mocht vertalen. De toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen kreeg in 2003 het eerste exemplaar. Zij deelde MIR uit als relatiegeschenk voor haar Russische collega’s tijdens Days of Dutch Culture. De ambassade gaf MIR aan Maestro Slava en Galina Rostropovitsj tijdens een privéontvangst in hun theater in Moskou, en - gesponsord door het VSB-fonds - voor educatieve doeleinden aan Russische universiteiten waar neerlandistiek werd gedoceerd. Hoogleraar Neerlandistiek Irina Michajlova ontving ook een exemplaar. De Internationale Vereniging voor Neerlandistiek liet ‘MIR’ recenseren in Neerlandica extra muros. Prof.dr. V.O. Belo-Oesov, hoofd vakgroep Nederlands aan de Staatsuniversiteit MOSKOU schreef dat hij met een jaloersmakende en extra kritisch oog naar MIR had gekeken, omdat in Rusland de lat hoog ligt en er sinds de jaren 70 veel minder uit het Nederlands vertaald werd. Dat er lange tijd altijd toestemming nodig was van de wakened eunuchen die voor een ideologisch gezond klimaat in de socialistische harem zorgden

Het was een tijdje vrede. Daarna kreeg het wereldtoneel andere coulissen. Sinds de Russische inval op de Krim deelt de Nederlandse overheid geen visitekaartjes met MIR (vrede) meer uit. Met bijzondere aandacht bekeek ik nu het video-interview Russen vinden ons somber’ op de website van de IVN. 

Poëziebloemlezingen voor Russische googelende pubers
De hoogleraar vertelt vanuit St. Petersburg over haar focus op dode Nederlandse dichters als Martinus Nijhoff, Gerrit Achterberg Zij is nu bezig met Herman Gorter, MIR vertaalde zij niet, wel bood zij mij bij het laatste colloquium in Leiden aan een herdruk te corrigeren. “Want poëzie wordt ontcijferd uit de moedertaal en in een nieuwe taal tot totaalsom berekend. Een goede vertaling is als een doorlopende weerlegging van het kleinzielige gevit waarmee de lezer, dat verscheurende dier, zijn lectuur begint”*)

De hoeveelheid in het Russisch vertaalde Nederlandse gedichten is nu nog steeds niet erg uitgebreid, vooral dus dode dichters, maar ik zie dat er sinds de toespraak van de oud-minister in Beesel wel een aantal nieuwe bundels en bloemlezingen is verschenen. Het ministerie van OCW hoopt dat recente bloemlezingen samen met mijn werk MIR - het (stereotype) beeld doen kantelen over de zogenaamde sombere aard van de Nederlandse poëzie. Een bloemlezing lijkt OCW daar bij uitstek geschikt voor, daar komt de veelzijdigheid van de Nederlandse poëzie goed tot zijn recht schreef een hoge beleidsambtenaar mij een paar dagen geleden. Met deze wens is zij bij mij niet aan het goede adres.

Zelfverzekerd
Van de zelfverzekerde uitspraak van OCW over de veelzijdigheid in recente bloemlezingen onder auspiciën van het Letterenfonds vinden we juist maar weinig terug bij hoogleraar Irina Michajlova in, St. Petersburg, hoogleraar V.O. Belo-Oesov in Moskou en ook mijn Russische vertaalster uit Nederland. Wij kunnen zelf wel vinden dat onze gebloemleesde Nederlandse dichters zo veelzijdig zijn, maar daarom vinden internationale deskundigen dat nog niet. Zij denken daar het hunne van. Het is verstandig goed naar Russische letterkundigen te luisteren, ook al zijn de politieke verhoudingen bekoeld. Wat vindt een geoefende lezer die over onze landsgrenzen heen relativeert? Die vindt de Nederlandse poëzie somber en introspectief en dat de Vlaamse literatuur meer op de Russische lijkt dan de Nederlandse. Bovendien maakte Irina Michajlova de pijnlijke opmerking, dat de Nederlander geen poëzie leest.

Nederlandse canon van poëzie
Internationale erkenning staat of valt met thematische aansluiting bij het internationale literaire discours dat zich meer op de buitenwereld richt. Daar is voor neerlandici aan buitenlandse universiteiten in de praktijk als literaire ambassadeurs samen met de Taalunie veel te doen. Uit het Russisch wordt daarentegen wel volop vertaald.

Hoogleraar Gerrit Komrij kreeg van vertaler Hans Boland het eerste exemplaar van zijn vertaling van A. Poesjkins’ Jevgenin O. aangeboden en stond nadien te praten met mijn vertaalster. Ik wilde een goed woordje voor haar doen met de woorden “Volgens de hoogleraar Slavistiek in Amsterdam vertaalt zij semantisch zeer precies...”Hij draaide zich als door een wesp gestoken af met de woorden: “Dank u voor dit college” Irina Nazarova die ik bij Arti aan hem voorstelde, had in haar voorwoord in MIR 'De wereld van Hanneke Eggels' geschreven:

"...De gedichten van Hanneke Eggels vallen op tegen de achtergrond van de moderne Nederlandse poëzie die in het algemeen geen aanspraak maakt op de erepalm wat betreft de maatstaf van wederzijds begrip voor de moderne realiteit en ook wat betreft de actualiteit van de thematische prioriteiten"

Dat beviel hem niet. Het is nooit meer goed gekomen tussen ons. Of Komrij’s bundels ooit in het Russisch werden gepubliceerd? Daar wil zijn biograaf vast wel een noot aan wijden.

Met heel mijn ‘Russische ziel’ was ik nooit in Rusland. Wel in Barcelona. Dit gedicht ‘Sagrada familia’ staat in het Russisch in MIR.

Sagrada Familia

in de heilige schaal rijpen
duivelse appels, stilleven
van een non die Eros
bestrijdt als Jeanne d’Arc

langs de zuilengang gaat
zij haar weg en passant
biechtend in een bekruiste kerk
van duizend scherven

nu lokt mij De Heilige Familie
vrolijk en dienstbaar
als de lippenstift van Paloma
Picasso boven de stad

Hanneke Eggels, 

Beesel, augustus 2017

  • Hanneke Eggels: 'MIR' Tweetalige poëziebloemlezing (Ned.-Rus.), 1e dr. Van Spijk uitg. 2003. Cour de Culture, herdruk 2011. ISBN 9789081524933