Meritha Paul over haar eerste boekvertaling: de voorbereidingen

Read this article in English.

Ik heb zojuist mijn eerste boek vertaald (bescheiden vreugdekreet), wat al jarenlang mijn droom was. Het was een langdurig proces, dat eigenlijk al in oktober 2017 bij mij begon te leven. Ik woonde toen nog in Zwitserland en was lid van een boekenclub met een internationaal karakter. Met een vette knipoog noemden we onszelf LOGIC (Ladies of Grace, Intellect and Culture – ach ja, hoe vaak mag je een naam verzinnen). De auteurs van de boeken die we bespraken, waren afkomstig uit de hele wereld. In het programmaboekje van de lezingen met Gerbrand Bakker (columns maart-juli 2017) had ik het boek Looking for Uncle Joop van Aletta Stevens ter promotie een prominente plaats gegeven. Het lag dan ook voor de hand dat we dit boek voor onze eerstvolgende bespreking kozen. Wat de bijeenkomst bijzonder maakte, was dat we de auteur via Skype hadden uitgenodigd onze vragen te beantwoorden. Tijdens de sessie kwam naar voren dat zij het boek ook graag in het Nederlands uit zou willen brengen. Het zaadje was daarmee geplant en niet lang daarna vroeg ik Aletta of ik haar boek mocht vertalen. Op verzoek stuurde ik haar vervolgens een proefvertaling in de vorm van een geannoteerde tekst, die veel uitvoeriger was dan wanneer ik een commerciële vertaling zou maken. Bovendien stuurde ik ook een opgeschoonde versie en een lange lijst met vragen. Ik wilde mijn werkwijze duidelijk maken en laten zien dat ik grondig te werk ging en haar zo een idee van mijn vertaalvaardigheden geven. Nu moet ik hierbij vermelden dat Aletta van oorsprong Nederlands is. Ze woont echter al ruim dertig jaar in Engeland en is niet alleen schrijfster, maar ook vertaalster met aanzienlijk meer ervaring dan ik.

Van tevoren spraken we af dat Aletta met mijn vertalingen zou meelezen. Ik had niet eerder een literair werk van deze omvang vertaald en vond de gedachte aan de ene kant geruststellend, maar tegelijkertijd ook een beetje beangstigend. Ik moest immers haar persoonlijke ervaringen en denkbeelden vertalen, haar belevingswereld, haar woorden. Hiernaast wilde Aletta zeggenschap over de vertaling hebben. Ik had hier in principe geen moeite mee, maar nu dat de boekvertaling af is en ik het hele proces van redigeren en publiceren doorlopen heb, kan ik duidelijk aangeven wat voor impact deze woorden ongewild op mij gehad hebben. Ik heb nooit honderd procent het gevoel gehad dat de vertaling mij toebehoorde. Is dit raar, vraag ik mij af? Misschien dat ik daardoor in een veel later stadium ook relatief eenvoudig afstand kon nemen van kritiek op mijn tekst – proeflezers, correctoren, uitgever, redacteur: ik kan niet zeggen hoeveel paar ogen mijn vertaling hebben gezien. Maar de eindverantwoordelijkheid lag gevoelsmatig niet bij mij. Het maakte me onbedoeld enigszins nonchalant en dit gebeurde zonder dat het echt tot mijn bewustzijn doordrong. Het overkwam me. En dat is toch een merkwaardige gewaarwording voor iemand die het liefst zelf de regie in handen houdt. Ik heb hier echter van geleerd en weet nu hoe ik in het vervolg hiermee om moet gaan. Ik had beter mijn twijfels met de auteur kunnen bespreken, zodat ambivalente gevoelens weggenomen hadden kunnen worden.

In januari stuurde Aletta mij haar reactie op mijn proefvertaling. Ik ben kritisch, maar Aletta is dat beslist ook. Kon ik tegen haar kritiek? Wilde onze samenwerking succesvol zijn, dan moesten we op z’n minst door één deur kunnen. Het begin was niet eenvoudig. We moesten aan elkaar wennen. Ik had het gevoel als een beginner behandeld te worden. Dit was waarschijnlijk niet zo, maar ik had hier moeite mee en heb dit nooit geuit. Aan de andere kant kan het voor Aletta niet eenvoudig geweest zijn de vertaling uit handen te geven. Aletta is zelf een uitstekende vertaler die niet alleen erg motiverend is, maar ook bijzonder gul met haar kennis en adviezen.

Al snel kwam het besef dat zij te dicht bij de tekst betrokken was om als mijn mentor op te treden. Bovendien was het mentoraat tijdrovend. Voor ons beider gemoedsrust ging ik op zoek naar andere mogelijkheden om mijn literaire vertaalbekwaamheid te laten beoordelen. Ik diende een aanvraag in voor een ontwikkelingsbeurs bij het ELV (Expertisecentrum Literair Vertalen). Omdat de talencombinatie EN-NL te alledaags was (en nog steeds is), kwam ik hiervoor echter niet in aanmerking. Ik ging te rade bij vakgenoten en onderzocht de mogelijkheden om me verder te ontwikkelen. Een universitaire opleiding sloot ik bij voorbaat uit, want ik zag het nut van een derde mastergraad niet. Ik zocht iets met meer praktische ervaring en volgde een aantal webinars over literair vertalen. Uiteindelijk koos ik voor de opleiding tot Literair Vertaler EN-NL bij de LOI. Deze was vooral interessant en de opdrachten waren leuk om te doen. Of ik erdoor echt beter ben gaan vertalen, dat weet ik niet. Maar soms zit het voordeel niet in hetgeen je op schrift stelt.

De proefvertaling was voltooid en zoals ik al hoopte, klikte het tussen Aletta en mij. Ze zag mijn meerwaarde als vertaler. Dit luidde het begin in van de volgende fase van mijn eerste boekvertaling waar ik de volgende keer over schrijven zal.

Mocht u interesse hebben mijn eerste boekvertaling te lezen, klik dan hier.


Meritha Paul (Londen)