Een archetypisch begrip als ‘huis’ heeft in de poëzie sinds oudsher een vaste plaats, die samenhangt met de betekenis van het huis als gebouw en vooral als mentaal huis en thuis. Daarnaast is ‘huis’ een sterk metaforisch begrip dat vaak poëticaal wordt ingezet, zowel in traditionele als in postmoderne, zowel in anekdotische als in talige poëzie, vanaf het begin van de onderzochte periode tot in de eenentwintigste eeuw.
In een historisch overzicht van de moderne poëzie worden, vanuit het perspectief van huisgedichten, twee centrale thema’s behandeld. Enerzijds registreert de poëzie de door de jaren heen veranderende houding ten opzichte van huis en thuis: van een bijna sacrale beschouwing van het huis via de vervreemding ervan tot een hernieuwde aanvaarding van de huiselijke intimiteit. Anderzijds wordt getoond hoe de voorkeur voor bepaalde conceptuele metaforen samengaat met de literaire en buitenliteraire context en verbonden is met de (veranderende) poëticale opvattingen van de afzonderlijke dichters.
Aansluitend worden een aantal dichters uit de betreffende periode (per decennium) uitvoeriger geanalyseerd. Als methodologisch kader wordt de theorie van de conceptuele integratie (blending theory) toegepast. Het gedicht wordt in dit onderzoek opgevat als een complexe blend, een netwerk van verbanden dat in het lees- en interpretatieproces wordt geconstrueerd (‘mapping’). Aan de hand van concrete case studies worden de mogelijkheden van blending als methode voor poëzieanalyse getoetst.
Lage Landen Studies 4: Huisbeelden in de moderne Nederlandstalige poëzie is geschreven door Irena Barbara Kalla en is verkrijgbaar bij Academia Press. ISBN 978 9038 220 864. € 22,-