Op 15 juli 2020 overleed Sugeng Riyanto, een Indonesische neerlandicus. Het bericht werd verspreid via WhatsApp-groepen. Ik heb het bericht van twee WhatsApp-groepen gekregen. Het droevige nieuws was zeer schokkend. Midden in de pandemie leek droevig nieuws dat iemands dood aankondigde gemeengoed te zijn. Wanneer het echter kwam van iemand die we goed kenden, werd het droevige nieuws buitengewoon en riep het herinneringen op.
Ik kende Sugeng al van toen ik nog student was (1992-1996). Hij was mijn docent op de Universitas Indonesia (UI) in Depok. Hij gaf toen college sociolinguïstiek. Later waren we collega’s bij het Erasmus Taalcentrum (ETC) in Jakarta. Ik noemde hem ‘Mas Sugeng’. Mas betekent broer in het Javaans. Dat was gewoonte sinds ik student was en het bleef zo toen we collega’s waren bij het ETC. Ik herinner me dat hij een serieus gezicht trok als hij iets uitlegde, ook al zat er een element van humor in zijn uitleg.
Sugeng werd op 18 oktober 1963 in Belitang Ogan Komering Ulu Timur, Zuid-Sumatra geboren. Maar op zijn persoonlijke documenten werd er 6 april 1962 geschreven. De fout was gemaakt door een leraar bij het invullen van een basisschooldiploma, schreef Sugeng in zijn korte biografie in zijn bachelorscriptie. Na de middelbare school in Belitang studeerde hij Indonesisch van 1981 tot 1982 aan de Universitas Padjajaran (UNPAD) in Bandung, West-Java. Hij kreeg in 1982 een beurs van de Nederlandse regering om Nederlands te studeren aan de UI in Jakarta. Hij sloot zijn studie in 1987 af met een taalkundescriptie onder begeleiding van dr. Reinier Salverda (nu prof. Reinier Salverda). Het was een overzicht van de syntaxis en semantiek van reflexieve pronomen (wederkerende voornaamwoorden) in het Nederlands, getiteld: Tinjauan sintaksis dan semantis pronomina refleksif dalam bahasa Belanda.
Sugeng kreeg de gelegenheid om zijn studie Nederlands te vervolgen aan de vakgroep Dutch Studies van de Universiteit Leiden. Hij rondde zijn studie in 1990 af met een MA-thesis getiteld: Syntactische en semantische middelen bij de interpretatie van Nederlandse zinnen. Sugeng gaf daarna zowel aan de UNPAD in Bandung als aan de UI in Depok college aan bachelor- en masterstudenten. Hij werkte ook als docent bij het ETC in Jakarta. In november 2011 promoveerde Sugeng op een onderzoek naar de tussentaal Nederlands-Indonesisch, getiteld: Basantara Belanda-Indonesia: Kajian Psikolinguistik pada Tataran Sintaksis. Tijdens zijn promotie was prof. Reinier Salverda een van de examinatoren.
Sugeng nam actief deel aan nascholingen in Nederland, Vlaanderen en Indonesië. Ook gaf hij trainingen aan jonge docenten Nederlands in Indonesië. Hij schreef ook een aantal artikelen, onder andere ‘Dutch-Indonesian interlanguage: Psycholinguistic study on syntax’ (2012), ‘The struggle of mastering Dutch bij Indonesian learners’ (2013) en leerboeken over Nederlands als bronnentaal zoals Bahasa Belanda sebagai Bahasa Sumber bidang hukum (‘Nederlands als bronentaal, rechten’, 1996), Bahasa Belanda sebagai Bahasa Sumber bidang sejarah (‘Nederlands als bronnentaal, geschiedenis’, 1999), Gramatika Ringkas Bahasa Belanda (‘Nederlandse beknopte grammatica’, 2015). Hij stelde woordenboekjes samen, namelijk Kamus Praktis Belanda-Indonesia (‘Praktische woordenboek Nederlands-Indonesisch’, 2012), Kamus Kecil Indonesia-Belanda Belanda-Indonesia (‘Klein woordenboek Indonesisch-Nederlands Nederlandsch-Indonesisch’, 2013). Hij zat ook in de redactie van Internationale Neerlandistiek.
Meerdere keren hebben we elkaar ontmoet tijdens het colloquium van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN), zowel in Nederland als Vlaanderen. Het laatste colloquium waarop we elkaar ontmoetten was in 2015 in Leiden. Voordat we terug naar Indonesië gingen, maakten we een wandeling door de Haarlemmerstraat. Aan de voorkant van een winkel vroeg ik Sugeng om te poseren. Op het glas van de etalage stond een zin: ‘Het mooiste cadeau is jouw glimlach’. Zo was Sugeng. Hij blijft altijd in onze herinnering.
Achmad Sunjayadi