In onderwijskringen in Sint Maarten is het gebruiken van scheldwoorden – bad words – ongeveer gelijk aan een doodzonde. Een argeloos tegen jezelf gemompeld ‘shit’ kan je je baan kosten. U begrijpt dus hoe ernstig de situatie was toen een collega aan een andere collega onder vier ogen vertelde dat klas 4c had geklaagd over bad words die er gebezigd waren in de klas. De beschuldigde collega, een Surinaamse mevrouw van 60 jaar, putte zich uit in ontkenningen, maar de beschuldigende was zeer zeker van haar zaak, en adviseerde de andere partij een gesprek aan te gaan met 4c, want de hele klas had het gehoord, en de kids zouden misschien wel naar het management toestappen om de bad words te melden. Dus Rita, de 60-jarige Surinaamse, stapt naar de klas toe en zegt uitdagend in het Engels tegen ze: “Ik hoor dat ik bad words tegen jullie heb gebruikt”. De hele klas knikt heftig van ja. Rita, nu pas echt gealarmeerd: “Maar dat kan niet, ik gebruik nooit bad words!”. De klas zwijgt. Rita vraagt tegen wie ze dan die bad words zou hebben gebruikt. Een belhamel roept: “Tegen de hele klas, teacher”. Rita kijkt in de klas die voor 80% uit jongens bestaat, een van de stille, lieve meisjes aan, en het kind knikt heftig! Rita wordt wanhopig en vraagt tenslotte: maar wat heb ik dan gezegd? De klas zwijgt. Bad words kun je niet herhalen. Dus Rita legt uit dat het voor deze ene keer wel kan, en dat er uiteraard niets aan het management gemeld zal worden. Dus wat heeft teacher gezegd? Niet ‘shit’ of ‘fucking’, nee. Rita heeft gezegd, volgens een van de weinige meisjes: ‘Hold the man dick’. Elke dag, soms meerdere keren per dag. Daarom dat ze het bespreekbaar hadden gemaakt bij de collega. U begrijpt het al: ‘Hou je mond dicht’, klinkt in de oren van Caribische engelstalige tieners als: ‘Hold the man dick’. Waarom die goeie mevrouw dat een heel schooljaar lang vrijwel elke dag zou hebben geadviseerd aan wie dan ook, daar hebben de kids niet over nagedacht.
Dit voorval liet mij denken aan een situatie, meer dan 30 jaar geleden, in Suriname, toe we in de 3e klas van de middelbare school een vers uit Nederland geremigreerde leerkracht kregen. Taalkundig gezien een iets ander geval, want het betreft hier de verenging van de woordbetekenis binnen een taal. Die geremigreerde juf, die wij stiekem blaka bakra (zwarte blanke) noemden, zei joviaal tegen een van de meisjes: “Nou meid, dan moet je dat toch ook niet doen!” De klas rees recht overeind. Een ‘meid’ is in het Surinaams Nederlands een ordinaire straatmeid, iemand een meid noemen is schelden…………….
Of aan een situatie van enkele jaren geleden, toen een Nederlandse stagiaire mij vroeg wat een ‘vriendje’ was. Elke keer als ze dat woord gebruikte tegen haar pubers in de klas zag ze gewoon de haren van de kinderen overeind gaan staan: ze waren niemands vriendje! Vriendje (niet: vriend) is in het Surinaams-Nederlands van tieners een lulletje rozewater, een volkomen karakterloos wezen. Iemand een vriendje noemen is iemand ernstig beledigen……………….
Renate Sluisdom (Sint Maarten)
Sint Maarten Justice Academy, Philipsburg.