In het jaar 2021 is het al 100 jaar geleden dat prof.dr. František Kalda naar Praag kwam om hier de eerste lessen Nederlands te geven. Sinds die tijd maakt het vak neerlandistiek deel uit van het studieprogramma van de filosofische faculteit van de Karelsuniversiteit in Praag. De vakgroep neerlandistiek vormt een onderdeel van het Instituut voor Germaanse Studies van de faculteit. Als een van de oudste afdelingen Nederlands extra muros gaat dus de sectie in Praag het honderdjarige bestaan van het vak vieren.
Het is niet makkelijk over de lange geschiedenis van de Praagse neerlandistiek te spreken en alle namen van de medewerkers te noemen, maar toch moet ik hier één naam geven, namelijk doc PhDr. Olga Krijtová. Olga was één van de belangrijkste persoonlijkheden niet alleen van de Tsjechische maar ook van Midden-Europese neerlandistiek. Zij werkte bijna een halve eeuw aan de faculteit waar ze generaties studenten en vooral vertalers heeft begeleid. Door haar bijzondere vertaalkunst (ze heeft meer dan zestig titels uit de Nederlandstalige literatuur vertaald) maakte ze de Nederlandse literatuur toegankelijk voor de Tsjechische lezer. Voor haar vertalingen heeft ze de prijs Magnesia Litera gekregen, de Tsjechische prijs voor de beste vertaling van het jaar en al in 1969 ontving ze de Martinus-Nijhoff prijs. Verder was ze één van de weinige buitenlandse leden van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal en Literatuur in Gent en Officier in de orde van Oranje-Nassau.
In Praag is niet alleen aan literatuur gewerkt maar ook op het gebied van taalkunde. In 1989 is het eerste Nederlands-Tsjechische woordenboek uitgegeven (ongeveer 60 duizend lemma’s, auteurs Čermák, Hrnčířová).
De Praagse vakgroep heeft veertig jaar communisme overleefd en is blijven groeien. In de loop der jaren kende het vak goede tijden maar ook slechte tijden. De reisbeperkingen bemoeilijkten het contact ook binnen het Oostblok. Na de omwentelingen in 1989 is er veel veranderd. De vakgroep mocht Nederlandse lectors, moedertaalsprekers, hebben en ook zijn hiernaartoe vaak Nederlandse en Vlaamse gastdocenten gekomen. Het was zelfs mogelijk dat we jarenlang vaste buitenlandse medewerkers hadden (prof. dr. Guy Janssens, prof. dr. Jan Pekelder). Ook alle mogelijkheden voor de student van vroeger en de student van nu zijn principieel veranderd. Vroeger was het bijna uitgesloten dat een student een deel van zijn studie in een nederlandstalig land doorbracht. Nu gaan de studenten tijdens hun studie geregeld naar Nederland of België. Eerst was het in het kader van het zg. Tempus programma nu Erasmus.
Nieuwe medewerkers en nieuwe mogelijkheden brengen vaak nieuwe ideeën en activiteiten mee. Dit was zeker het geval bij doc.dr.Ellen Krol. Ze is met het idee gekomen om een reeks colloquia ‘Praagse Perspectieven’ te organiseren. Het eerste colloquium werd in 2002 georganiseerd, het laatste, tiende, in 2014. De onderwerpen waren zeer breed en altijd hebben we interessante lezingen van collega’s van verschillende landen van onze regio en specialisten en deskundigen uit Nederland en België gehoord. Van elk colloquium werd een bundel samengesteld en uitgegeven met teksten van de lezingen gehouden tijdens het colloquium. Natuurlijk zou de organisatie van deze congressen niet mogelijk zijn geweest zonder financiële steun. Het was de Nederlandse Taalunie en ook de ambassades van Nederland en België in Praag die financieel hebben geholpen.
Het tiende colloquium was helaas ook het laatste. De Praagse vakgroep moest in 2015 afslanken (financiële problemen van de filosofische faculteit). Van 5 formatieplaatsen mochten maar 2.5 blijven. Het was zeer slecht nieuws voor de oudere generatie dat we zo onverwachts afscheid van ons werk moesten nemen, afscheid van het werk dat we graag en met veel inzet hebben gedaan. Gelukkig zijn er nog steeds jonge mensen, een zelfbewuste jonge generatie die van het Nederlands houdt en bereid is met het werk verder te gaan. De toekomst van de neerlandistiek in Praag ligt in hun handen.
door: Zdenka Hrnčířová