Franco Paris benoemd tot hoogleraar

Ons bereikte het nieuws dat prof. Franco Paris op 15 november jl. is benoemd tot gewoon hoogleraar aan de Universiteit van Napels L’Orientale. Franco Paris is bestuurslid van de IVN en redactielid van Lage Landen Studies. Ook was hij jarenlang voorzitter van MediterraNed. De IVN feliciteert Franco van harte met deze benoeming.

Door Marco Prandoni

Franco Paris begon twintig jaar geleden in Napels aan zijn academische loopbaan, als assistent van Jeannette Koch, van wie hij in 2008 de opvolger werd. Met Jeannette Koch deelde hij de passie voor literatuur en voor de grote Indische romans van Multatuli, Couperus, Haasse. Vanaf het begin liet Franco Paris diepe sporen na. Met zijn aanstekelijke enthousiasme en onvergetelijke colleges en lezingen – vaak op het raakvlak tussen verschillende kunsten en disciplines – weet hij zijn publiek voor zich, en voor de Nederlandse literatuur, te winnen. Jarenlang voorzitter van de stichting MediterraNed, is hij een spil in het web van de Italiaanse, Mediterrane en internationale neerlandistiek.

Al vóór zijn academische loopbaan had Franco Paris naam gemaakt als literair vertaler. In 2004 werd hem de eerste Vertalersprijs van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds, voorloper van het Nederlands Letterenfonds, toegekend. Zijn vertaalwerk vertoont een grote verscheidenheid. Het begon in 1992 met Herfsttij der Middeleeuwen van Huizinga: een vuurdoop. Indrukwekkend was de eerste complete vertaling van de Liederen van G.A. Bredero. Paris’ vertalingen behelzen zowel de historische als de hedendaagse letterkunde, zowel literatuur als toneel: van de mystiek van Beatrijs van Nazareth tot aan de Jezus van Nazareth van Paul Verhoeven. De Nederlandstalige literaire non-fictie heeft hij als eerste in Italië op de kaart gezet: Mak, Van der Zijl, Van Reybrouck, Westerman, Van den Brink, Brijs, Van Loo.

Met sommige auteurs heeft Paris een bijzondere affiniteit. Mij lijkt het geen toeval dat juist die auteurs in staat blijken om ook een breed Italiaans lezerspubliek aan te spreken. Zo werd Paris’ naam prominent vermeld op de cover van de eerste editie van de Storia della mia calvizie van Van der Jagt/Grunberg (Instar Libri 2003), later door Feltrinelli herdrukt in de paperback reeks Universale Economica Feltrinelli. Verschillende recensenten roemden bij het eerste verschijnen van het boek de gelukkige vertaling: ze kenden geen Nederlands, maar gingen er terecht van uit dat zo’n bijzonder boek dankzij de inspanningen van de vertaler een mooi Italiaans boek was geworden. Hetzelfde gebeurde later met Congo van Van Reybrouk, een nog groter succes, Ingenieurs van de ziel en Een woord een woord van Frank Westerman, Sleuteloog van Hella Haasse, het toneel en het Nachtboek van Jan Fabre, de poëzie van Hugo Claus. Dit waren titels die Paris in één ruk vertaalde, zoals hij mijn studenten ooit vertelde, van auteurs waar hij tevens in wetenschappelijke studies over publiceerde, maar die hij vaak ook persoonlijk kende.

Na de pionieren Giacomo Prampolini en Giorgio Faggin, was hij de eerste die de rol van bemiddelaar en ambassadeur van de Nederlandstalige literatuur in Italië op zich nam. Hij kon dat doen vanuit een voortreffelijke kennis van de Nederlandse taal en cultuur, na de studie in Rome La Sapienza (wat Nederlands betreft, bij J.H. Meter en Fiorella Mori), de vervolgstudie aan de UvA (bij Herman Pleij) en de lange periodes in de vertalershuizen in Leuven, Amsterdam, Antwerpen.

Met de meeste auteurs begon Paris een vriendschappelijke relatie. Een productieve relatie, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en op intense samenwerking – op voet van gelijkheid. Paris werd in het verleden door Haasse en Claus, en wordt door Jan Fabre nog steeds als mede-kunstenaar beschouwd. Ze kennen hem bovendien als een actieve organisator van culturele conferenties, festivals en optredens die hun werk ook in Italië tot zijn recht kan laten komen. Op die manier helpt Paris fors mee met de verspreiding en promotie van ‘zijn’ schrijvers waarbij hij zijn dubbele rol als academicus en literair vertaler optimaal weet te vervullen. Ik herinner me bijvoorbeeld de indruk die het interview met Tom Lanoye en Frank Westerman op het publiek maakte tijdens het symposiusm van MediterraNed in Padua in 2018: een levendige confrontatie tussen een aanhanger van zuivere fictie en een schrijver van literaire non-fictie. Franco Paris trad toen op als perfecte bemiddelaar.