Als er zoiets als een writer’s block bestaat, dan heb ik daar nu last van. Tenminste, als mijn kwaal writer’s block genoemd kan worden. Ik heb altijd gedacht dat een writer’s block toch voornamelijk bestaat uit een gebrek aan ’idee’ om te schrijven. Maar ik ervaar dat je ook een writer’s block kunt krijgen als er teveel is om over te schrijven. Zoals in mijn leven de laatste weken.
Ik heb het nogal druk. Zo moet ik vandaag over een half uurtje les geven aan cadetten voor het Huis van Bewaring die bezig zijn met het herkennen van tekstverbanden en het zelf aanbrengen ervan. Ik heb de groep opgesplitst in een Nederlands- en een NT2-groep, want de combinatie van volwassen studenten die nog nooit Nederlands hebben gehad (omdat ze bijvoorbeeld oorspronkelijk uit Jamaica of Sint Kitts komen) met volwassenen die in Suriname bijvoorbeeld een VWO-diploma hebben behaald, werd steeds onmogelijker………. Daarna moet ik me haasten naar huis waar ik een Mavo2 leerling help met haar Nederlandse huiswerk. Dat is niet het huiswerk Nederlands, maar het huiswerk voor Economie, Biologie en Wiskunde, vakken die in het Nederlands onderwezen worden aan Engelstalige leerlingen. Ik moet opletten dat ik niet te enthousiast word, want na precies een uur moet ik vertrekken naar een ‘afternoonschool’ bij mij in de straat waar ik weer Nederlands-huiswerkbegeleiding geef aan een heterogene groep kids tussen 4 en 9 jaar. Van daaruit vertrek ik met evenveel spoed naar een straat verder, waar ik hetzelfde doe bij 2 kindjes van 5 en 6 jaar oud: Nederlands-huiswerkondersteuning geven. Deze kindjes zitten op een school die van alles via het internet doet. Dus eerst op de website kijken wat hun thema van de maand is zodat ik mijn lesstof daarop aankan passen. Ook daar mag ik mijn zestig minuten niet overschrijden want om 6 uur wacht een student thuis op mij die over een maand een soort “inburgeringsexamen” moet afleggen. In het Nederlands. In een gemeenschap waar niemand, maar dan ook echt niemand vrijwillig Nederlands spreekt. Zonder te overdrijven heb ik soms het gevoel dat ik in mijn dooie uppie een heel eiland Nederlands aan het leren ben… Zo heb ik bijvoorbeeld in de net afgelopen kerstvakantie een Sint Maartense dame die sinds 2 jaar in Nederland woont om daar een hbo opleiding te volgen, ‘bijgelesd’ in wiskunde en economie. Ze moest in januari een 21+ toets afleggen maar de syllabi die ze daartoe had ontvangen waren in een voor haar onverstaanbaar Nederlands geschreven. Ik ben gek op les geven, zoals u wel zult begrijpen, dus we hebben tussen 19 december en 1 januari alleen op 1ste kerstdag geen les gehad. Een van mijn Huis van Bewaring-studenten heeft vandaag voor de zoveelste keer bij mij geïnformeerd hoe oud een kindje mag zijn om bij mij op Nederlandse les te komen; zijn dochter is 3 jaar oud.
Er is dus wel grote belangstelling, vanuit het gewone volk zeg maar, om de taal zo vroeg mogelijk te leren. Zolang echter de plaatselijke politiek het onderwijzen van de Nederlandse taal niet als een prioriteit gaat zien en behandelen, zal ik nog veel van dit soort drukke dagen tegemoet zien.
Renate Sluisdom (Sint Maarten)