Niet elke docent aan de Hebreeuwse Universiteit (HU)kan zeggen dat hij in het bed heeft geslapen van de ‘baas’, Professor Menachem Ben-Sasson, de president van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem.
Maar ik wel. Daar stond ik glimlachend aan te denken tijdens de speech van de president bij de officiële ceremonie van het ‘vernieuwingsproject’ van de Nationale Bibliotheek zo’n zes weken geleden. Het verhaal zit zo: mijn nicht organiseerde een ‘bar mitswa’ feest (kerkelijke meerjaardigheid) van één van haar zonen. Ze had de hele familie uitgenodigd op die zaterdag en moest dus ook voor slaapplaatsen zorgen. De naaste buren, een gezin met drie opgroeiende tienerjongens, die gedurende de jaren hele goede vrienden van haar werden en nog zijn, stonden heel gastvrij hun flat af. Zijzelf zouden wel bij hun familie gaan logeren die in dezelfde buurt woonden.
Mijn gezin met toendertijd drie kleine kinderen werd ondergebracht in de gul afgestane flat. En zo kwam het dat ik in het persoonlijke bed kwam te slapen van de buurjongen Menachem, dezelfde Menachem die jaren later mijn baas werd, eerst in de hoedanigheid van rector en nu als president van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem.
De Bibliotheek is nu (nog) gevestigd op één van de campussen van de HU, en heette dus tot voor zeer kort de De Nationale- en Universiteits Bibliotheek. Volgens de hoofdarchivaris huisvest de bibliotheek de grootste Judaica verzameling in de wereld alsook de rijkste collectie van klassiek-Arabische literatuur met inbegrip van zeldzame geïllumineerde manuscripten. Het bezit zo’n 5 miljoen boeken, zo’n 9 miljoen manuscripten, foto’s, muziek- en carthografische afdelingen, en vele andere documenten. De bibliotheek heeft via nalatenschappen incunabulen en omvangrijke originele collecties verkregen van gewichtige wetenschappers zoals o.a. die van Einstein, Newton, Martin Buber, Stefan Zweig, en nog meer.
Elk jaar komen er over de hele linie zo’n 100.000 nieuwe titels bij. Het trekt jaarlijks 200.000 bezoekers en 300.000 gebruiken de digitale catalogus. De bibliotheek organiseert ook additionele activeiten en houdt exposities, concerten, seminars, lezingen en culturele avonden. Maar het gebouw kraakt in haar voegen en barst bijna uit elkaar. Het kan al deze dagelijkse functies haast niet meer naar behoren uitvoeren. Er werd een comité in het leven geroepen met als taak de bibliotheek, die in feite als een afdeling binnen de universiteit opereerde, over te hevelen naar een nieuwe onafhankelijke status en geschikt te maken voor de eisen van de eenentwinstigste eeuw. Daarvoor moest eerst een nieuw wetsontwerp op tafel komen.
Inmiddels is de ‘Nationale Bibliotheek Wet’ erdoor, fondsen zijn bijeen geschraapt en geschonken, en men kon beginnen met de feestelijke ceremonie. De president Menachem (in wiens bed ik dus heb geslapen jaren geleden) legde in zijn speech alles haarfijn uit. De bibliotheek die nu voornamelijk fungeert als een universitair onderzoekscentrum voor studenten en docenten van de HU, zal van nu af aan ook cateren aan het algemene publiek en de gehele bevolking dienen.
De collecties en waardevolle verzamelingen zullen voor iedereen toegankelijk zijn. De nieuwe locatie van de bibliotheek wordt de heuvel tussen de Knesset (het parlementsgebouw) en het museum ‘The Shrine of the Book” waar de Dode Zeerollen zijn tentoongesteld. Deze plek die volgens de planners van het ‘vernieuwingsproject’ gunstiger gelegen is en makkelijker bereikbaar, zal laagdrempeligheid bevorderen. Een mooi en edel streven! De ivoren toren treedt naar buiten!
Mieke Daniëls-Waterman (Jeruzalem)