De Database of Dutch Dialect Idioms bevat een enorme verzameling van uitdrukkingen uit 13 dialecten, gesproken in Nederland en Vlaanderen. De ruim 7000 idiomen werden verzameld in het kader van een Vlaams-Nederlandse samenwerking. Taalkundigen van de universiteiten van Utrecht en Leuven doorzochten talloze dialectwoordenboeken, en namen in de databank behalve de idiomen en hun betekenissen ook grammaticale eigenschappen op. Dat maakt het mogelijk om te zoeken op betekenis (welke uitdrukkingen zijn er in het Brugs over dronkenschap?) en op grammaticale vorm (welke Drentse idiomen staan in de toekomende tijd?).
Ieder dialect heeft weer andere, karakteristieke, vaak beeldende en grappige idiomen. Heerlijk om gewoon doorheen te bladeren, en af en toe op pareltjes te stuiten als het Groesbeekse ‘iemand de ziel achteruit gaan’ (een harde wind laten), of ‘van zijn buik een god maken’ (alleen bekommerd zijn om eten en drinken) uit Wambeek. Uitdrukkingen gaan verrassend vaak over viezigheid en andere zonden…
The Syntax of Idioms
De database bevat de gegevens die verzameld zijn in een vierjarig onderzoek naar de zinsbouw van uitdrukkingen. Uit eerder onderzoek was al bekend dat je de inhoudswoorden in idiomen niet zomaar kunt vervangen: ‘Ze zal dat kalfje wel even wassen’ heeft een letterlijke betekenis, en niet de figuurlijke betekenis van ‘Ze zal dat varkentje wel even wassen’. De onderzoekers wilden weten of dit ook voor grammaticale eigenschappen gold. Kun je de zinsbouw van een idioom aanpassen zonder de figuurlijke betekenis te verliezen? Heeft ‘Zij waste gisteren dat varkentje’ nog de uitdrukkingsbetekenis, of is de toekomende tijd daarvoor cruciaal?
De uitdrukkingen in de databank waren het uitgangspunt voor dit onderzoek. Ze zijn voorgelegd aan sprekers van de bewuste dialecten, in allerlei verschillende zinsvormen. De oordelen van de dialectsprekers zullen binnenkort worden toegevoegd aan de database.