Vondel schreef het mooiste Nederlands dat ooit geschreven werd. En P.C. Hooft lijkt me een goeie tweede. Verder hebben we nog een heleboel andere voortreffelijke schrijvers, maar afgezien van uitschieters is er toch naar mijn mening niemand die tippen kan aan Vondel en Hooft.
Jammer is alleen dat Vondel en Hooft voor de meeste hedendaagse lezers zo moeilijk zijn. Zonder enige studie van het oudere Nederlands is het lezen van hun werk zware kost. Ja, bijna ondoenlijk. Enkel met een verklarende editie, en met een woordenboek ernaast, is er door te komen. Anders gaat het niet. De meeste mensen, als ze überhaupt wel eens een boek lezen, en dan gewend zijn aan Tommy Wieringa, Heleen van Royen of Herman Koch, hebben geen zin in dat woordenboek. Daar kan Vondel anno 2019 niet tegen op.
Ik betreur dat, want er liggen schatten onder het stof. Geen idee of daar iets aan te doen is. Ik vrees van niet. Voorlopig lijkt de belangstelling voor oudere literatuur me enkel (nog) minder te worden. Misschien moeten we dat maar accepteren zoals het is.
Met enige regelmaat kom ik de stelling tegen dat het in het Engels met Shakespeare helemaal anders is. Shakespeare is helemaal niet onder het stof geraakt, en blijft een veel gelezen auteur. Meestal wordt daar meteen ook een verklaring bij gegeven hoe dat komt. Niet altijd dezelfde verklaring overigens. Verschillende keren heb ik de mening gelezen dat Shakespeare wel en Vondel niet meer gelezen wordt doordat wij onze spelling maar steeds veranderen. Een andere verklaring die je wel eens hoort, is dat de Nederlandse taal zo sterk veranderd is, veel sterker dan het Engels. Bij navraag blijken de aanhangers van de tweede verklaring meestal de eerste verklaring te bedoelen. Beide zijn moeilijk houdbaar als verklaring.
Trouwens: verklaring van wat? Genoemde stelling bestaat in feite uit twee beweringen. Namelijk (a) Shakespeare wordt in Engeland graag gelezen (dit in tegenstelling tot Vondel en Hooft in Nederland); en (b) Vondel en Hooft zijn voor de hedendaagse lezer veel moeilijker dan Shakespeare. Me dunkt dat we deze twee beweringen moeten scheiden. Shakespeare kan immers zeer wel even moeilijk leesbaar zijn als Vondel en nochtans veel belangstelling trekken. Of ook: Shakespeare kan minder moeilijk zijn dan Vondel maar toch buiten een klein groepje freaks nauwelijks gelezen worden. Ik bedoel maar: aan onbewezen stellingen voorlopig geen gebrek.
De jongste versie van de Shakespeare-mythe gaat zo: "waar Shakespeare zijn taal onbekommerd verrijkte met woorden uit alle mogelijke bronnen en zo een 'natuurlijk taalgebruik' vond dat nog altijd begrijpelijk is, werden de Nederlandse schrijvers misschien te krampachtig in hun pogingen om bijvoorbeeld nieuwe Nederlandse woorden te vinden voor allerlei voorwerpen". 't Is duidelijk dat de schrijver van deze woorden niet goed thuis is in De Vooys' Geschiedenis van de Nederlandse taal, waarin we over de taal van Hooft kunnen lezen dat hij "evenmin als Bredero de volkstaal minderwaardig geacht (heeft) als materiaal voor zijn kunst". In Hooft's eigen woorden: "verworpelingen van straet op te roepen, ende doen dienen daer ze deugen". Ook over Vondels taal lezen we woorden van gelijk strekking. En terecht. De Vooys heeft gelijk. Hoofts nieuwvormingen vallen in het niet bij zijn "volkstaal" en "straattaal". Bij Vondel vinden we trouwens in het geheel geen nieuwvormingen.
Ik lees al decennia meer Engels dan Nederlands. Engelse fictie en non-fictie, dat gaat me vlot af. Maar Shakespeare niet. Daar kom ik zonder woordenboek niet uit. De vraag is nu: kan de modale Brit, zeg de leerling van 4-HAVO, vlotjes Shakespeare lezen? Ik ben zo vrij om dat ernstig te betwijfelen.
Tweede vraag: nog los van het antwoord op mijn vorige vraag of die modale Brit Shakespeare lezen kan: leest die modale Brit echt af en toe Shakespeare (begrepen of onbegrepen)? Of gaat het in feite om een uiterst klein groepje freaks, te vergelijken met de Nederlandse "belangstelling" voor de opvoering van Vondels Gysbrecht van Amstel?
Ik denk dat vooraleer we verder discussiëren we eerst een paar dingen 'ns zouden moeten uitzoeken. Karel van het Reve heeft er al eens op gewezen dat ook de beste verklaring faalt als het te verklaren feit geen feit blijkt te zijn.
Joop van der Horst (Leuven)