Het Meertens Instituut heeft de sympathieke gewoonte om rond de jaarwisseling een mooi boekje te sturen aan al zijn relaties. Met een begeleidend schrijven: "Geachte relatie, ....". Ik ben ook een relatie, ook al zou je het misschien niet zeggen als je me ziet. Ik krijg al jaren van die mooie boekjes. Deze keer is het boekje van de hand van Marc van Oostendorp en Nicoline van der Sijs, allebei ook werkzaam aan het Meertens Instituut. Het heet 'Een mooie mengelmoes'; meertaligheid in de Gouden Eeuw, en dat is een onderwerp dat me sterk interesseert. Helaas gaat het slechts zijdelings en maar af en toe over meertaligheid, maar daar staat veel tegenover.
Nicoline van der Sijs schrijft over haar project om de 17de-eeuwse kranten die in Delpher op het internet staan, nu ook te digitaliseren: uittypen in goed leesbare en vooral doorzoekbare letters. Nederland loopt in de 17de eeuw voorop als het om kranten gaat. Het heeft weliswaar niet de primeur van de eerste krant, maar het is wel zo dat Nederlandse kranten het fenomeen een vliegende start gegeven hebben, en lange tijd model stonden voor kranten in andere landen.
Marc van Oostendorp schrijft ook over een eigen project, namelijk het onderzoek naar "de geboorte van de jambe". Hoe en waarom en wanneer is men jambische gedichten gaan schrijven? Het antwoord gaat waarschijnlijk de kant uit van: dat zit 'm in het ritme van de Nederlandse taal. Ik vind allebei die projecten heel erg interessant.
Min of meer tussendoor lezen we ook wel wat over taalvariatie in de 17de eeuw: dat allerlei dialecten door elkaar gebruikt werden, dat Huygens zoveel talen kende, dat de literatuur (Vondel, Hooft, Cats en anderen) ertoe neigt een standaardtaal te smeden, maar dat de vroege kranten zich daar niks van aantrekken.
De hoofdtitel van het boekje is dus toepasselijker dan de ondertitel; maar wie daarmee leven kan, heeft wel een alleraardigst en interessant werkje in handen. Ik heb het in één ruk uitgelezen.
Af en toe wordt er gezegd dat nader onderzoek nodig is. Daar ben ik het mee eens. En wat mij betreft vooral naar die meertaligheid. Of eigenlijk, want die meertaligheid is niks bijzonders, eigenlijk zou onderzocht moeten worden hoe het kon gebeuren dat een hele samenleving, ja, een hele Europese cultuur, van mening raakt dat eentaligheid de oorspronkelijke en ideale toestand is, en dat meertaligheid een betreurenswaardige verstoring van deze ideale toestand is. Die mening heeft eeuwen geduurd, en in feite is ze nog steeds niet overwonnen, want de taaie achterhoede-discussie over de multiculturele samenleving is niets anders dan de voortzetting van wat al in de 16de en 17de eeuw begon te woekeren. Dat zal dus onderzoek zijn met een grote maatschappelijke relevantie. En Nicoline van der Sijs' krantenproject zou daar inderdaad wel eens een steentje aan kunnen bijdragen.
Ik hoop nu maar dat het Meertens Instituut mij nog heel lang als een relatie wil zien.
Joop van der Horst (Leuven)