Weinig mensen weten nog wat ze op 6 mei 1963 deden. Of op 27 juli van datzelfde jaar, of op 2 december. Misschien hebben ze een stopcontact gerepareerd, of waren ze aardappels aan het schillen of de krant aan het lezen, met berichten over een aardbeving in Skopje. Bijna niemand die het nu nog kan zeggen. Als je geen dagboek bijgehouden hebt, valt het meestal niet meer te achterhalen.
Des te verwonderlijker dat zoveel mensen kunnen vertellen wat ze op 22 november 1963 aan het doen waren. Namelijk juist op het moment dat ze hoorden dat in Dallas John F. Kennedy was doodgeschoten. "Ik herinner het me nog goed, ik was net bezig een stopcontact te repareren". Of: “Ik stond juist aardappels te schillen toen ik het hoorde”. En niet alleen weten veel mensen wat ze op 22 november aan het doen waren, ze willen dat ook graag vertellen. Alle andere stopcontacten en alle andere aardappels van 1963 zijn vergeten, maar de stopcontacten en de aardappels van 22 november worden keer op keer ter sprake gebracht. Dat noem ik het Kennedy-effect.
Je ziet dat vaker. Ook bij de aanval op 9-11 was er plotseling het Kennedy-effect. Talloze mensen kunnen u haarfijn vertellen wat ze aan het doen waren op het moment dat ze op tv de eerste beelden zagen van vliegtuigen die zich in de Twin Towers boorden. En ze willen dat ook graag vertellen. Bijna altijd volstrekt oninteressante bezigheden; bezigheden die ze onder andere omstandigheden nooit aan iedereen zouden beschrijven, maar die dankzij de Twin Towers ineens keer op keer tot in details verhaald worden. “Ik weet nog precies hoe ik bezig was een knoop aan een broek te zetten, toen ik daar ineens op tv .....”.
Ik vind het Kennedy-effect een fascinerend verschijnsel. En het is zeker niet beperkt tot de moord op Kennedy en 9-11. Je vindt het ook beschreven in Westerman’s boek Stikvallei, waar in 1986 in een Afrikaans rivierdal alle bewoners op zeker moment dood aangetroffen worden, door verstikking om het leven gekomen. Raadselachtige gebeurtenis, die diepe indruk heeft gemaakt. En veel mensen in Afrika kunnen nog precies vertellen wat ze aan het doen waren toen ze er voor het eerst over hoorden.
Jongste voorbeeld, nu fictief: in de roman van Robert Galbraith (= J.K. Rowling), The Cuckoo’s Calling lezen we over de zelfmoord van een beroemd fotomodel, en hoe een der hoofdpersonen nog precies weet wat ze aan het doen was toen ze ervan hoorde (“standing at the sink in the kitchen of her parents" house” (blz. 34).
Wanneer is dit begonnen? Van wanneer is de eerste vermelding van het Kennedy-effect? Op dit moment de vroegste keer waar ik van weet: 10 mei 1940. Heel wat oudere Nederlanders vertelden graag wat ze aan het doen waren op de dag van de Duitse inval.
Zijn er vroegere gevallen bekend? Lezers zouden me een plezier doen met mij eventuele eerdere gevallen te melden. Voorlopig is mijn theorie dat het Kennedy-effect een betrekkelijk jong fenomeen is.
Joop van der Horst (Leuven)