Je kunt ze niet missen. Zodra je de campus van de Hebreeuwse Universiteit opkomt zie je ze. Een aantal neemt een zonnebad, een groepje is bezig voedsel aan het verorberen, de individualisten slenteren in hun eentje zomaar wat rond, tenminste zo lijkt het. Onze campuskatten, je ziet ze overal. Wanneer ze de campus zijn gaan bevolken, waarom en vooral hoe, dat zijn vragen waarop niemand een antwoord weet. Ineens waren ze er.
Ik draai al een lange tijd mee in het universiteitsgebeuren en ik kan me de campus niet herinneren zonder onze harige en besnorde viervoeters. Toen hun aantal volgens de directie te groot werd ging men over tot maatregelen. Althans dat was het plan. Er waren allerlei manieren bedacht om de katten te weren en een bevolkingsexplosie tegen te gaan.
Op de een of andere wijze kregen de kattenverzorgende bibliothecaressen van de centrale bibliotheek dit in de gaten. Inside information? Verraad? Het personeel van de bibliotheek ging over tot actie. Er werden pamfletten uitgedeeld waarin de situatie werd uitgelegd. Ook werd men verzocht handtekeningen te plaatsen. Ze dreigden met een demonstratie. Een pro-kattendemonstratie tegen het anti-kattenbeleid van de universiteit. Ze haalden zelfs de plaatselijke pers. Daar werd de universiteit beschuldigd van allerlei ‘onmenselijke’ handelingen die ze zouden willen uitvoeren.
De universiteit krabbelde terug en gaf zich gewonnen. Zoveel negatieve berichtgeving was niet goed voor het imago van het serieuze onderzoeksinstituut. Er werd een vergadering belegd tussen het universiteitsbestuur en het personeel van de centrale bibliotheek. De katten mochten blijven. De katers zouden worden gecastreerd en de bibliothecaressen zouden alle verzorging vrijwillig op zich nemen.
Ze zien er inderdaad goed verzorgd en tevreden uit, onze campuskatten. Ander personeel en ook studenten doen mee met het voederen. Sommigen kopen speciaal kattenbrokjes, anderen delen hun lunch met ze. Er zijn er die eentje of een meerdere katten hebben geadopteerd. Kleine katjes zijn nu schaars en een zeldzaamheid aan het worden. Hier en daar zie je een paar met elkaar spelen. Hun katervaders zijn waarschijnlijk de castratiedans ontsprongen.
De secretaresse van onze afdeling heeft er een prachtige spierwitte angorakater aan over gehouden. Ze spreekt in het Zwitsers-Duits tegen hem. Mijn katten, twee in het getal, een kater en zijn vriendinnetje, begrijpen Nederlands. Ze komen alleen op me af als ik hun namen roep: Jan en Jo.
Mieke Daniëls-Waterman (Jeruzalem)