Louise M. Alcott wordt tegenwoordig niet veel meer gelezen, geloof ik. Dat is vroeger bepaald anders geweest. Als ik haar opzoek in de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, vind ik een lange reeks van vertalingen en herdrukken, tot ver in de twintigste eeuw. Zelf ben ik in het bezit van Uit Tante Jo’s snippermand. tweede druk, Rotterdam 1902.
Ik vermeld dit boek zo graag omdat het mijn eerste eigen boek was. Ik moet zes of zeven zijn geweest, ik kon net lezen, en ik zal mijn vader mijn diep verlangen wel gemeld hebben om ook zelf een echt boek te bezitten. Een
eigen boek. En hij heeft me dan dat boekje van Louise Alcott gegeven. Mijn stempel staat nog op het schutblad, want ik had een drukdoos. Ik ben gestrand op bladzijde drie; dit was anno 1955 geen kost voor iemand die een half jaar
kon lezen. Hetgeen overigens mijn vreugde om dit trotse bezit allerminst verkleinde. Louise Alcott leefde van 1832 tot 1888, heeft veel geschreven, en had daarmee ook veel succes. Haar bekendste boek is Little Women (1868-1869), terecht opgenomen in de reeks Penguin Popular Classics. Dat heb ik zojuist gelezen, en het is prachtig.
Aan de ene kant absoluut en volstrekt verouderd; aan de andere kant: zo goed geschreven, en zo alleraardigst verteld, dat nog steeds duidelijk is wat een goede schrijfster Alcott was. Het boek is trouwens ook historisch buitengewoon interessant.
Een voorbeeld. Een van de vier zusjes bezoekt de buurman, die eerst nors leek maar weldra een erg goed mens blijkt. Na een korte kennismaking lezen we: ‘That answer pleased the old gentleman; he gave a short laugh, shook hands with her, and, putting his finger under her chin, turned up her face, examined it gravely, and let it go, saying with a nod: “You’ve got your grandfather’s spirit”’ (in mijn editie bladzijde 50).
Dat gebaar, van die vingeronder de kin, om het hoofd te heffen, treft me. Ik ken het goed, maar besef meteen dat ik het in geen dertig of veertig jaar meer gezien heb. Het moet verdwenen zijn. Het was iets van de volwassene, die daarmee tamelijk dwingend aandacht vroeg van een kind. Ik heb het talloze malen gezien, en ook zelf meegemaakt.
Intussen heb ik de leeftijd van genoemde old gentleman, en zou dus in de positie verkeren voor dat gebaar, maar ik laat het wel uit mijn hoofd. Ondenkbaar. Het zou nu als uiterst kwetsend of vernederend ervaren worden. Dat was het destijds overigens stellig niet. Maar er is iets veranderd, ik weet niet wat, en je ziet het nooit meer.
In het Groot gebarenboek der lage landen, van Herman Pieter de Boer, met de duidelijke maar moedwillig lelijke tekeningen van Pat Andrea, komt het niet voor. Terecht; want dit gebaar bestaat niet meer. Ik zou het zelfs helemaal
vergeten zijn, als het niet voorkwam bij Louise Alcott.
Joop van der Horst (Leuven)