Gerard Reve heeft er eens op gewezen dat de werkelijkheid vaak onwaarschijnlijker is dan fictie. Zou je gewoon vertellen wat er gebeurd is, dan klinkt dat al gauw erg ongeloofwaardig. Om geloofd te worden moet een schrijver altijd water in de wijn doen.
Ik weet niet of het waar is, maar ‘t is een aardige stelling. Mijn twijfel wordt ingegeven door het feit dat er toch erg ongeloofwaardige fictie bestaat. Bijvoorbeeld het verhaal over het vrouwtje van Stavoren: ze werpt een ring in het water; de ring wordt opgeslorpt door een vis; de vis wordt later gevangen en belandt bij de genoemde dame in de keuken; als de dame de vis opensnijdt, vindt ze haar eigen ring terug. Geef toe, dat is een straf verhaal.
Maar Gerard Reve zou hierop kunnen zeggen dat de werkelijkheid nog veel straffer was, en dat het verhaal zich binnen vierentwintig uur afspeelde. Of dat de vrouw niet alleen een ring, maar ook een horloge, een armband en een halsketting in het water gooide, en dat al haar sieraden in de maag van die ene vis terugkeerden. Als dat de feiten zijn, is voor het verhaal inderdaad veel water in de wijn gedaan.
Hoe dit verder ook zij, er zijn nogal speciale werkelijkheden die je niet gauw in de literatuur verwacht tegen te komen, en die dan, tot je stomme verbazing, toch een plekje gevonden hebben, en ergens beschreven staan. Wat extra bijzonder is als je bedenkt dat de werkelijkheid nu eenmaal omvangrijker is dan de literatuur.
Neem nu mijn ervaring dat glaswerk in de meeste restaurants stinkt. Met wijn of bier merk je dat niet zo goed, maar als je water drinkt, ruik je dat de meeste glazen een smerige geur afgeven. Ook in overigens goede en zeer goede restaurants. Ik vermoed dat het komt doordat ze in afwasmachines gereinigd worden. Ik vraag geregeld om een ander glas (helpt meestal niks), of ga mijn eigen glas omspoelen. In mijn omgeving ben ik de enige met deze ervaring. Iedereen vindt mij overdreven kieskeurig, en zegt, hm, nee, toch echt niks te kunnen ruiken.
Is dit een unieke ervaring? Wel, heel algemeen kan ze niet zijn, anders zou er in restaurants meer geklaagd worden en zou het euvel wel snel verholpen worden. Ik moet dus tamelijk uitzonderlijk zijn. Maar de literatuur weet er weg mee! Zie Kees van Kooten, De verrekijker, bladzijde 8.
Een ander voorbeeld. Wij hebben thuis een wc met een vervelende tekortkoming. Het is namelijk zo dat als je doorspoelt, dat doorspoelen volstrekt onvoldoende effect heeft, en dat alles of bijna alles gewoon blijft ronddrijven, als u begrijpt wat ik bedoel. Ook een tweede keer doortrekken heeft doorgaans niet het gewenst resultaat. De enige manier om schoon schip te maken, is dat je de wc-borstel ter hand neemt en tijdens het spoelen de zaak als het ware een duwtje omlaag geeft. Verschillende loodgieters en andere vaklui zijn al eens wezen kijken, diverse oplossingen zijn voorgesteld en geprobeerd, maar niets helpt. Zelf zijn we er nu wel aan gewend, maar voor gasten is dit zeer onaangenaam.
Is de situatie uniek? Zie dan David Lodge, Therapy bladzijde 156. Mijn stelling is: de literatuur blijkt altijd weer rijker dan je zou denken.
Joop van der Horst (Leuven)