Vic van de Reijt heeft een mooie biografie van Elsschot geschreven. Ik lees zo’n boek van A tot Z, wat, geloof ik, zo langzamerhand niet veel mensen meer doen. Hoe dan ook, ik wel. Elsschot is een van onze belangrijkste schrijvers geweest, en een interessante persoon.
Jammer vind ik de neiging van Vic om in zijn begrijpelijke bewondering voor het werk van Elsschot, meteen ook maar de persoon van Alfons De Ridder (zijn echte naam) de hand boven het hoofd te houden. Ik zou dat niet doen. De Ridder was namelijk niet zo’n aangenaam mens.
Naar eigen zeggen had De Ridder “de verwenschte manie om, als het ware automatisch en onbewust, aan de zijde van de slachtoffers te gaan staan, peu importe of het democraten of fascisten, Franschen of Duitschers zijn” (vdReijt 325). Daargelaten dat ik zoiets niet gauw van mijzelf zou zeggen, is het in het geval van de Ridder aantoonbaar onwaar. Vic van de Reijt geeft ons genoeg informatie om te zien dat het grootspraak is.Want niet alleen in zaken kon De Ridder meedogenloos toeslaan (denk aan het Wereldtijdschrift), maar ook buiten de zaken blijkt zijn solidariteit toch vooral gericht op
collaborateurs en andere foute types. Het is mooi dat iemand het opnam voor Borms, maar er waren meer en andere slachtoffers; vooral: onschuldiger slachtoffers. Kortom, ik
houd zijn woorden voor bluf, een verkooptruc, deze keer niet van zijn zaken maar van zijn eigen persoon, die hij ook erg goed wist te verkopen.
Heel karakteristiek is de anekdote die Vic van de Reijt op bladzijde 327 vertelt:
““De Ridder, reizend door Vlaanderen en verdiept in de lectuur van Le Soir, wordt door de conducteur in het Frans naar zijn kaartje gevraagd. Hij geeft geen reactie, waarop de conducteur het in het Vlaams probeert, nu wel met succes. ‘Maar u leest toch een Franse krant?’ -- ‘Dat is mijn zaak’”.
Ja, zulke dingen komen voor. En ze komen vandaag de dag nog steeds voor. De conducteur, een beschaafde inwoner van een tweetalig land, probeert de reiziger aan te spreken in diens taal. Het enige houvast dat hij heeft is de Franse krant. De reactie kon nauwelijks botter.
Kortom: boeiende lectuur voor iedereen die iets wil begrijpen van het hedendaagse België.
Joop van der Horst (Leuven)