Het jaar 2008 is het internationale jaar van de talen. Ik heb daar tot nu toe niet veel van gemerkt, maar misschien komt dat nog. Het is trouwens ook het internationale jaar van de aardappel.
Ik weet niet wie of wat die internationale jaren bedenkt en vaststelt, maar het lijkt me een ongunstig teken. Ik bedoel: iets waar alles goed mee gaat, komt vast niet in aanmerking voor een jaar. Er moeten, dunkt me, problemen zijn. Wereldwijde problemen. Bijvoorbeeld uitsterven, verhongeren, gediscrimineerd worden, terroristisch gevaar of minstens toch een schrijnend gebrek aan belangstelling. Ik denk dat de aardappel zijn jaar te danken heeft aan dat laatste.
Ergens op het internet heb ik een site gezien met een toelichting op het talenjaar, vanwege de Unesco, maar ik kan die site niet meer terugvinden. In ieder geval: daar ging het inderdaad over problemen. Niet een lofzang op de Schepper aller dingen die ons zoiets moois gegeven heeft als taal; geen pleidooi voor een betere salariëring van vertalers; geen bespreking van recent taalkundig onderzoek of zelfs maar een standbeeld voor de anonieme schoolmeester. Nee, het ging erover dat het aantal talen in deze wereld schrikbarend snel afneemt. Er sterven veel talen uit. Dat is inderdaad waar.
Persoonlijk denk ik dat er samenhang is tussen het een en het ander: tussen de afwezigheid van de genoemde lofzangen, pleidooien, besprekingen en standbeelden enerzijds, en dat uitsterven anderzijds, maar ik kan het mis hebben. Meestal wordt er voor het uitsterven van talen een heel andere oorzaak aangewezen: de mondialisering van alles en iedereen, de wereld wordt steeds kleiner. Voor kleine en nog kleinere talen zou geen plaats meer zijn. Daar zit ook wat in. Zolang iedereen blijft wonen rondom zijn eigen boom en tevreden is met zijn kleine omgeving, kunnen er veel talen bestaan. Zodra men een auto wenst, een televisie, een gsm en een internetverbinding, komen de zaken anders te liggen. Niet alleen finan cieel, maar ook qua aantal talen op deze wereld.
Niemand kan zeggen hoeveel talen optimaal zou zijn. Men schat dat er op dit moment 4000 à 6000 zijn. Zijn dat er voor een ideale situatie eigenlijk 3000 te weinig? Of juist 3000 te veel? Of is 4000 het getal dat van de eeuwigheid af tot in lengte van dagen gefixeerd moet blijven?
Op de website die ik gezien heb, worden deze vragen niet gesteld. Maar wellicht worden ze uitvoerig besproken op de vele sites die ik niet gezien heb. In ieder geval lijkt het internationale jaar van de talen me een goeie gelegenheid om daar eens over na te denken. We hebben er nog een dik half jaar voor. Daarna doen we dan de hemeltergende verwaarlozing van de aardappel.
Joop van der Horst (Leuven)