Over het aantal talen op deze wereld hoor je verschillende meningen. Sommigen houden het op een dikke 5000, anderen komen slechts tot 3000. Het hangt er maar van af wat je allemaal meetelt. Zijn het Nederlands en het Fries twee verschillende talen? Zijn het Nederlands van Nederland en het Nederlands van België twee talen, of varianten van dezelfde taal? Is het Saksisch in Nederland een aparte taal? Het schijnt door de Verenigde Naties erkend te zijn als 'minderheidstaal', evenals het 'Limburgs'. Kun je iets erkennen dat niet bestaat?
Hoe men ook telt, grofmazig of fijnmazig, alle tellers gaan uit van de opvatting dat je de talen op deze wereld kunt tellen. Ik denk dat dat een misvatting is. Een misvatting die gebaseerd is op een politieke, veeleer dan een taalkundige kijk op taal.
In de Middeleeuwen bestond er eigenlijk maar één taal, het Latijn. Al het andere, wat men in het dagelijks leven sprak, was een continuüm van varianten, over heel de toen bekende wereld. Reisde je honderd kilometer, wat niet velen deden, dan kon je de mensen nog verstaan; reisde je vijfhonderd kilometer, dan werd het verstaan bezwaarlijk.
Die variatie in taal, waarmee men wel vertrouwd was, werd geacht door God persoonlijk ingesteld te zijn, bij de toren van Babel. Het bijbelverhaal vertelt ons niet hoeveel talen God toen schiep. Feitelijk wordt niet eens gezegd dat er verschillende talen ontstonden; slechts dat God de taal 'verwarde', zodat men elkaar niet meer kon verstaan. Latere, vee l latere uitleggers, gaven daaraan hun eigen interpretatie: het zou om 72 talen gaan. Van dan af worden talen gezien als te onderscheiden, en telbare, dingen. Dat is een renaissancevisie op taal.
Vanaf de Renaissance wordt Europa verdeeld in te onderscheiden landen en volkeren, elk met hun eigen karakter en grenzen en vorsten en legers, en inderdaad: talen. Taal en volk worden aan elkaar gekoppeld. Taal wordt zelfs bij uitstek het bindmiddel van een volk, en het onderscheidend kenmerk ervan. Taal wordt, in de opvatting van de mensen, een te onderscheiden zaak, te onderscheiden van andere talen. Zoals ook de volkeren te onderscheiden zijn. Die taal moet dan ook liefst vrijgehouden worden van invloeden van buitenaf, van andere talen. Het purisme is een erfenis van de Renaissance, net als het nationalisme.
Het is eigenlijk merkwaardig dat de taalkundigen, die door hun eigen vak beter moesten weten, zich zo hebben laten meeslepen door deze veeleer politieke of maatschappelijke ideeën. De dialectologie, de sociolinguïstiek en de historische taalkunde hebben voortdurend feiten ontdekt die dit renaissanceidee tegenspreken. Het idee van talen als te onderscheiden en telbare eenheden strookt volstrekt niet met de feiten. De werkelijkheid laat overal een continuüm zien.
Nu het nationalisme, althans in West-Europa,vanaf de 20ste eeuw weer op z'n retour is, net als de landsgrenzen, en net als het meeste van de Renaissance, komt er opnieuw enige ruimte voor een oud maar lange tijd vergeten inzicht, namelijk dat taal niet uiteenvalt in telbare eenheden. Taal is net zo min telbaar als volksaard, leefgewoontes of maatschappelijke idealen. Wat men telde, waren geen realiteiten maar evenzovele ficties, politieke idealen.
De mening dat er 3000 talen bestaan, of 5000, zal in de 21ste eeuw even achterhaald zijn als de opvatting dat er 72 zijn.
Joop van der Horst (Leuven)