Aankondiging: NICE. Grensoverschrijdend en verbindend

Hanneke Eggels schreef als Peace Poet haar nieuwe dichtbundel in het Nederlands en het Engels

Hanneke Eggels laat in het tweetalige NICE - haar negende bundel - opnieuw zien hoe poëzie een wereldwijde taal biedt om grote en kleine thema’s aan de kaak te stellen. NICE verschijnt 1 februari 2017 bij auteursuitgeverij Cour de Culture.

Eggels is een Nederlandse dichter met bloed in haar lettergrepen, wier werk zich sterk focust op sociale thema’s gerelateerd aan politiek, mensenrechten en vrede. Ze is auteur van de Nederlandse en van de Engelse gedichten in NICE. Ze benadrukt daarmee de altijd belangrijke rol van poëzie in de politiek – net als vredesactivisten en bijvoorbeeld zanger/tekstschrijver Bob Dylan, Nobelprijslaureaat voor Literatuur in 2016, die de kracht van poëtische taal inzetten als een effectief wapen om hun ideeën van vrijheid aan een wereldpubliek over te brengen.

In NICE staan zeven gedichten van Hanneke Eggels die Het Vredespaleis in Den Haag publiceerde samen met het artikel  'The power of poetry', een gesprek met haar over poëzie en politiek.

“Knap om een politieke actualiteit in een poetisch beeld te vatten.”
Professor Abram de Swaan over de poetica van Hanneke Eggels.

Over de auteur
Hanneke Eggels (*Amsterdam) is onafhankelijk dichter en denker met een hedendaagse maatschappijkritische visie. Sentimentaliteit vindt zij de aartsvijand van poëzie. Ze transformeert de filosofische denkbeelden uit het verleden naar moderne denkwijzen en plaatst politieke stromingen in nationale en internationale context. Haar thema ligt op internationaal vlak en zij draagt een humanistische visie uit.

Boekgegevens
Paperback, 66 pagina’s. ISBN 978 94 91206 09 2. Prijs: € 17,95. Nice is verschenen bij auteursuitgeverij Cour de Culture en is verkrijgbaar in de boekhandel en via de webshop.

Overige bundels van Hanneke Eggels: Charta (2012), Libertinage (2011), Een vrije huid (2011), Fee van Limburg (2011), Bon Bini (2004) Mir (2003), Sluier van Europa (2002), Weiden van Elske (2000).

Bron: Cour de Culture