Column 58: Zeemannen

 Ik lees hier een mooi boek. Het gaat over Alexander von Humboldt. Eigenlijk ben ik vooral geïnteresseerd in zijn broer, maar Alexander is ook de moeite waard. Het is uit het Engels vertaald door Mariella Duindam en Fennie Steenhuis, en mooi uitgegeven. Er zijn ook plaatjes in. Uitgeverij Atlas Contact heeft zijn best gedaan, en de vertaalsters eveneens.

Daardoor viel me op dat er "zeemannen" in voorkomen. Onder andere zien we ze op bladzijde 283, maar ook al eerder kom je ze tegen. Die zeemannen vielen me op omdat ik niet beter weet of het meervoud van "zeeman" is "zeelieden". Eventueel "zeelui". Nou ja, dat is me in ieder geval zo geleerd.

Heb ik het verkeerd geleerd? De dikke Van Dale houdt zich op de vlakte, door gewoon geen meervoud te vermelden. Althans: de papieren Van Dale. De digitale Van Dale zegt dat het meervoud "zeelieden" of "zeelui" is. (Terzijde: waarom staat dit niet in de papieren versie? Krijg je de papieren versie goedkoper omdat er minder in staat dan in de digitale versie?). Trouwens: ook de veel betere maar niet meer verkrijgbare woordenboeken van Koenen en Verschueren twijfelen niet: het meervoud van "zeeman" is "zeelieden" of "zeelui". Het is maar dat Mariella en Fennie het weten.

Wel merkwaardig, eigenlijk. Het meervoud van "man" is stellig "mannen" (vroeger ook wel "mans"), dus waarom zou het meervoud van "zeeman" niet gewoon "zeemannen" zijn? Zij die "zeemannen" gebruiken in plaats van "zeelieden", laten ondertussen een prachtige kans liggen om deze beroepsgroep sexe-neutraal aan te duiden, maar dat kan mij verder niet schelen.

Het meervoud "zeemannen" komt in vroeger eeuwen zeker voor, misschien minder vaak dan "zeelieden" of "zeelui", maar toch. In het WNT en in het krantenarchief van Delpher vind je ze. In ons oudste woordenboek, van Cornelis Kiliaan, uit de 16de eeuw, staat wel de "zeeman", maar er wordt geen meervoud vermeld. Maar P. Weiland vermeldt in zijn "Nederduitsch Taalkundig Woordenboek" (1811) bij "zeeman" expliciet: "als meervoud bezigt men zeelieden". En zo is het gebleven in volgende woordenboeken, tot in onze tijd.

Het ziet eruit als weer eens een klassiek geval van standaardisering. Twee vormen die naast elkaar bestaan, "zeelieden" en "zeemannen" en het begint, zeker in de 18de en 19de eeuw, te jeuken bij de schoolmeester: een van beide moet de juiste zijn, en de ander fout.

En ik, ik ben nog een laat slachtoffer van deze geconditioneerde reflex. Maar het einde van de standaardtaal breekt aan, en Mariella en Fennie trekken zich niets aan van die rare zeelieden. Gelijk hebben ze.

Joop van der Horst (Leuven)